Tweede fase in vierjarig onderzoek naar bedrijfs- collecties in Nederland

23 06 2017

Stephan Balkenhol, Paar, 1999, hout, douglas fir, verf, 170 x 40 cm, ø 80 cm (2x). Aegon Art Collection

Tweede fase in vierjarig onderzoek naar bedrijfs- collecties in Nederland

info

Het vierjarig onderzoeksproject genaamd "Corporate collections as emerging heritage: Art market dynamics, corporate strategies, and public support for the arts" is in 2015 van start gegaan. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de Universiteit van Amsterdam en richt zich op de toenemende invloed van bedrijfscollecties op de kunstmarkt in het heden en recente verleden. Een van de eerste inzichten die het onderzoeksteam heeft gepresenteerd, tijdens Art Rotterdam 2017, is dat bedrijfscollecties in de periode 2010-2016 een groeiend percentueel aandeel van de omzet op de primaire kunstmarkt voor hun rekening nemen, en uit eerder onderzoek van Monika Kackovic, postdoc in het project, is naar voren gekomen dat zij werk van jong talent verwerven, vaak voordat musea of verzamelaars deze kunstenaars of stromingen aankopen. Daarnaast tonen zij steeds vaker hun kunst aan de buitenwereld, en vergroten daarmee de naamsbekendheid en dus de canonisering van kunstenaars.

In de komende tijd richt het onderzoek zich op twee andere aspecten: bedrijfsreputatie en cultuurparticipatie. Het eerste thema gaat in op de vraag hoe de interventie in de kunstwereld invloed heeft op de reputatie van de bedrijven die deze kunst aankopen, vooral in de ogen van de eigen werknemers. In dat kader zijn Interviews en enquêtes afgenomen onder management en conservatoren van de bij de VBCN aangesloten organisaties, waarin deze elementen aan de orde komen. Daarnaast wordt momenteel een medewerkersenquête uitgezet bij de VBCN-leden waarmee inzichten worden gegenereerd op het gebied van het beeld dat medewerkers hebben van bedrijfscollecties, de diverse factoren die deze beeldvorming beïnvloeden, en hoe dit samenhangt met de identificatie van de werknemers met de organisatie. Daarnaast richt deze enquête zich op het bredere thema van de invloed van kunst op de werkvloer op de cultuurconsumptie van medewerkers. Onderzoek naar deze thema's aan de hand van een medewerkersenquête maakt het mogelijk om beter te begrijpen hoe bedrijfscollecties, als een vorm van bedrijfserfgoed bijdragen aan de verbondenheid van medewerkers met een organisatie.

Afhankelijk van de respons en de omvang van het aldus verkregen materiaal kunnen verschillende van de bovengenoemde aspecten nader worden geanalyseerd - waarbij specifiek op de VBCN leden gerichte vragen zullen worden beantwoord, naast kwesties van breder belang voor de culturele sector. De uitkomsten van deze deelonderzoeken worden in de aankomende twee jaar gefaseerd bekendgemaakt. Een deel van de cijfermatige gegevens, zoals de aankoopbudgetten en het aantal VBCN leden over de afgelopen jaren, zal bovendien opgenomen worden in de Cultuurindex Nederland van de Boekmanstichting en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Tenslotte wordt gedetailleerde informatie over aankopen (zoals datum en prijs), verzameld die gekoppeld zal worden aan gegevens over de betreffende kunstenaars (o.a. solo- en groepstentoonstellingen, en galerie-representatie), om zo de selectieprocessen van kunst voor bedrijfscollecties te kunnen analyseren, en te kunnen vergelijken met andere marktprocessen en strategiën van privéverzamelaars, musea en andere actoren in het kunstenveld.

Het onderzoeksproject wordt gefinancierd door NWO en de VBCN. Naast de UvA participeren het Stedelijk Museum Amsterdam, de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, en de Boekman Stichting in dit onderzoek.

Wie houdt nu niet van cookies