Een met dikke verf bedekt tafelblad, door de schilder gebruikt als palet, een bronzen sculptuur en assemblages, schilderijen en de bekende zeefdrukken... Het AMC bezit meer dan dertig werken van Karel Appel (1921-2006), de meest bekende Nederlandse naoorlogse schilder. Appel was mede-oprichter en voorman van Cobra (1948-1951), de internationale schildersgroep die terug wilde naar het scheppingsproces van kunst, naar een spontaan en automatisch schilderen. Na de Cobra-periode ontwikkelde Appel zijn stijl verder: steeds losser, spontaner, surrealistischer. Groot, wild, woest, maar tussen de bedrijven door maakte hij ook fijne tekeningetjes zoals 'De blijde en onvoorziene week', met gedichten van Hugo Claus. Zowel in dit soort lichte tekeningen als in zijn 'zware' schilderijen kun je zijn pen of kwast volgen. Met die karakteristieke verfstreek ving hij momenten en gaf hij uitdrukking aan de vrijheid die na de oorlog gevierd werd. Want voor Appel kon dat nergens beter dan in de kunst, waar niets moet en alles mag.
Omdat de schilder tien jaar geleden overleed, organiseren verschillende musea tentoonstellingen van zijn werk. Het Haags Gemeentemuseum en natuurlijk het Cobramuseum, maar ook musea in München, Parijs en Washington.
Het AMC sluit daarop aan met een selectie uit de AMC collectie, die Appel van verschillende kanten toont: van een vroeg brons tot late computertekeningen, van unieke topstukken tot zeefdrukken in hoge oplages. De laatste mogen artistiek minder interessant zijn, ze hebben Appels werk ook toegankelijk gemaakt voor mensen met een kleine beurs. Die combinatie van hoogwaardige vernieuwing en democratische toegankelijkheid stempelde hem tot een uniek kunstenaar.
